Wanneer overtreft het risico op zeldzame maar zware bijwerkingen na een vaccin tegen covid-19 het risico op de ziekte zelf, die een dodelijke afloop kan hebben?
Voor Europa moet het geneesmiddelenagentschap EMA een antwoord op die vraag geven.
Woensdag oordeelde het EMA dat het algemene voordeel van het vaccin, namelijk bescherming tegen (zware) covid-19, ruimschoots opweegt tegen de algemene risico’s van de bijwerkingen. Daarmee bevestigde het zijn standpunt van eind maart, nadat er sinds enkele weken gevallen werden gemeld van ongewone bloedklonters in de hersenen of andere organen, in combinatie met een laag aantal bloedplaatjes, na een vaccinatie met AstraZeneca.
Maar woensdag zei het geneesmiddelenagentschap ook voor het eerst officieel dat het een mogelijke link ziet tussen die zeldzame bloedklonters en het AstraZeneca-vaccin. Op ongeveer 25 miljoen gevaccineerden zijn er 86 gevallen van zeldzame bloedklonters geanalyseerd, waarvan achttien met dodelijke afloop. De meeste gevallen deden zich voor bij vrouwen onder de zestig jaar.
[...]Net in die opsplitsing per leeftijd, en dus niet in de balans voor de algemene bevolking, zit een fijnmaziger antwoord op de vraag van risico versus voordeel.
‘Uit cijfers die wij hebben verkregen, ligt de mediane leeftijd van de personen bij wie die zeldzame vorm van bloedklonters voorkomt tussen de 42 en 46 jaar’, zegt professor Dirk Ramaekers (KU Leuven), hoofd van de taskforce vaccinaties. ‘Dat wil dus zeggen dat ongeveer de helft van de personen bij wie de diepveneuze tromboses met verlaagde bloedplaatjes zich voordeden jonger is dan dat. Dat gegeven moet je dan afzetten tegen de winst die je haalt uit de bescherming die een vaccin biedt. De grootste winst begint vanaf 45 jaar, net omdat covid-19 daar de zwaarste gevolgen kan hebben. Maar omdat zeker mensen onder de veertig jaar doorgaans een milde vorm van covid-19 doormaken, moet je specifiek voor die jongere groep de afweging maken of het risico van de ziekte wel opweegt tegen het risico van bijwerkingen door het vaccin. Het EMA had die gegevens al kunnen inzamelen en analyseren. Helaas is dat nog niet gebeurd.’
Een reactie van het EMA op de vraag waarom zo’n analyse per leeftijd nog niet rond is, kwam er niet voor het ter perse gaan van deze krant.
De Belgische beslissing om voorlopig de leeftijdsgrens op 56 jaar te leggen, kwam er door de uitgebreide schare experts in de taskforce vaccinaties. Farmacoloog Jean-Michel Dogné (UNamur) is lid van het Europese veiligheidscomité en de Belgische taskforce. In het advies van de taskforce over AstraZeneca, is sprake van een ‘verwacht en mogelijk veiligheidssignaal’ uit dat Europese veiligheidscomité, voor AstraZeneca ‘onder de leeftijd van 55 dan wel 60 jaar’.
In de uiteindelijke grens van 56 jaar speelde ook mee dat de impact op de snelheid van de vaccinatiecampagne zeer beperkt kan blijven door daar de streep te trekken.
Bron: De Standaard