zondigen

  1. 2

    Zondigen

    Meisje: "Vergeef me vader, want ik heb gezondigd." Priester: "Wat heb je gedaan m'n kind?" Meisje: "Ik heb tegen een man Vuile klootzak gezegd." Priester: "Waarom heb je Vuile klootzak gezegd?" Meisje: "Omdat hij aan me hand zat." Priester: "Net als dit?" (En hij zat aan haar hand) Meisje: "Ja...
Terug
Bovenaan