Bron: Bond Beter leefmileu.
Afgelopen week schaarden heel wat politieke partijen zich achter het idee om vanaf 2030 geen wagens meer op diesel, benzine of aardgas meer toe te laten op de Belgische markt. Een belangrijke maatregel die ook Bond Beter Leefmilieu voorstelt om te springen naar CO2-nuluitstoot. Hier geven we een antwoord op de vragen die in het debat de kop op steken: is enkel elektrische wagens toelaten vanaf 2030 technologisch haalbaar? Is er voldoende hernieuwbare elektriciteit voorhanden? En zijn deze wagens wel echt milieuvriendelijk?
In de publicatie #NaarHernieuwbaar illustreren we wat er nodig is om tegen 2050 te evolueren naar nuluitstoot van broeikasgassen. Bordurend op de doelstelling van het Parijs Akkoord, ontwikkelde BBL een instrument voor de Vlaamse beleidsmakers. We stelden 21 klimaatregelen voor om de CO2-uitstoot in Vlaanderen versneld te verminderen.
Een van de maatregelen voor transport: stel een einddatum voorop voor de verkoop van de allerlaatste wagen op diesel, benzine of aardgas. Om tegen 2045 de uitstoot van het personenvervoer te herleiden naar nul en wetende dat de technische levensduur van een wagen 15 jaar bedraagt, ligt die einddatum logischerwijs op 2030.
Politieke steun
We zijn dan ook tevreden dat verschillende politieke partijen afgelopen week lieten weten deze doelstelling te ondersteunen. Allereerst was er al energieminister Tommelein (Open VLD) die begin juli in een gesprek met VTM zei dat hij er “persoonlijk voorstander van is om vanaf 2030 alleen nog auto's die op schone energie rijden te verkopen in Vlaanderen”. Tommelein liet afgelopen zondag weten naar aanleiding van het debat in het VRT-programma De Zevende Dag dat hij niet wil verplichten.
Afgelopen week kwamen ook CD&V en Groen op de proppen met eenzelfde ambitie. Bij CD&V was het de jongerenafdeling die het voorstel op de tafel legde. Zij stellen het idee komend weekend voor op het WIJ-congres van de hele partij. Het blijft voorlopig bij een voorstel, maar voorzitter Wouter Beke en milieuminister Joke Schauvliege maakten wel al kenbaar het plan te steunen.
"Een einddatum is een manier om de samenleving af te helpen van haar verslaving aan fossiele brandstoffen"
Ook Groen lanceerde een pakket maatregelen over de manier waarop zij de samenleving gaan afhelpen van haar verslaving aan fossiele brandstoffen. Naast tien andere voorstellen, stond er ook het einde van de verbrandingsmotor tegen 2030 tussen.
Waarom een doelstelling?
Vragen over de technologische haalbaarheid, de hoeveelheid hernieuwbare energie en de klimaatimpact van de wagens steken in het debat de kop op. Wij lijsten daarom nog even de feiten op, aan de hand van drie grafieken.
1. Noorwegen toont haalbaarheid
In Noorwegen is een op de vier aangekochte wagens elektrisch. Op die manier zijn de Noren wereldwijd de voorlopers inzake elektrische wagens. De regeringspartijen in het land onderhandelen om het gebruik van wagens op benzine en diesel uit te doven tegen 2025.
Een dergelijke groei beantwoordt aan de typische evolutie van nieuwe technieken: daarbij wordt de eerste fase van ‘innovators’ gekenmerkt door twijfels over hoge kostprijs, lage verkoopcijfers en vragen bij de mogelijkheden van de technologie. Dat is in het geval van elektrische wagens niet anders.
Een duidelijke doelstelling vanuit de overheid zal de technologische evolutie van elektrische wagens versnellen. Het geeft het nodige vertrouwen aan de autoconstructeurs om te investeren in onderzoek en ontwikkeling van batterij technologieën en elektrische modellen zodat die betaalbaar worden. Ook verlaagt het de koudwatervrees voor consumenten om een onbekende technologie aan te schaffen.
2. 13% meer hernieuwbare elektriciteit
Uit de studie ‘Energy [R]evolution’ van Greenpeace blijkt dat het technisch mogelijk is om in Europa te evolueren naar 100% hernieuwbare elektriciteit. Daar zijn wel een aantal voorwaarden aan gekoppeld: de uitbouw van een flexibel elektriciteitsnet, vraagsturing en opslag capaciteit.
De studie stelt ook dat hernieuwbare energie tot 2020 iets minder dan 0,7 eurocent/kWh duurder zal zijn dan conventionele energiebronnen. Tegen 2050 zal die kost wegvallen en wordt hernieuwbare energie net goedkoper: 4,8 €cent/kWh ten opzichte van conventionele energiebronnen. De initiële stijging komt van de hogere investeringskost, de daling daarna door het ontbreken van brandstofkosten voor hernieuwbare energie.
Volgens het Europees Milieuagentschap betekent 80% elektrificatie van het wagenpark 13% meer vraag naar elektriciteit. Of deze vraag kan worden opgevangen met enkel hernieuwbare energie, is nog niet onderzocht. Desalniettemin raadt het Europees Milieuagentschap (EEA) in zijn rapport aan die groeiende vraag in te vullen met hernieuwbare energiebronnen.
3. Klimaatwinst
De MOBI-onderzoeksgroep van de VUB onderzocht de klimaatimpact van elektrische voertuigen in vergelijking met conventionele voertuigen op fossiele brandstoffen. De onderzoekers vergeleken de klimaatimpact van hetzelfde Mercedes-model met verschillende aandrijftechnologieën.
Het is zonder meer duidelijk dat elektrische wagens wel degelijk een klimaatwinst opleveren. Ten eerste valt de uitstoot van de wagen zelf weg: er is immers geen uitlaat. Dat is het Tank To Wheel (TTW)-gedeelte op de grafiek. Ten tweede kan de milieu-impact nog verder verminderd worden door recyclage van de grondstoffen, kleine en lichte voertuigen te ontwikkelen en verdere uitbouw van hernieuwbare energie om de nodige elektriciteit te voorzien.
Afgelopen week schaarden heel wat politieke partijen zich achter het idee om vanaf 2030 geen wagens meer op diesel, benzine of aardgas meer toe te laten op de Belgische markt. Een belangrijke maatregel die ook Bond Beter Leefmilieu voorstelt om te springen naar CO2-nuluitstoot. Hier geven we een antwoord op de vragen die in het debat de kop op steken: is enkel elektrische wagens toelaten vanaf 2030 technologisch haalbaar? Is er voldoende hernieuwbare elektriciteit voorhanden? En zijn deze wagens wel echt milieuvriendelijk?
In de publicatie #NaarHernieuwbaar illustreren we wat er nodig is om tegen 2050 te evolueren naar nuluitstoot van broeikasgassen. Bordurend op de doelstelling van het Parijs Akkoord, ontwikkelde BBL een instrument voor de Vlaamse beleidsmakers. We stelden 21 klimaatregelen voor om de CO2-uitstoot in Vlaanderen versneld te verminderen.
Een van de maatregelen voor transport: stel een einddatum voorop voor de verkoop van de allerlaatste wagen op diesel, benzine of aardgas. Om tegen 2045 de uitstoot van het personenvervoer te herleiden naar nul en wetende dat de technische levensduur van een wagen 15 jaar bedraagt, ligt die einddatum logischerwijs op 2030.
Politieke steun
We zijn dan ook tevreden dat verschillende politieke partijen afgelopen week lieten weten deze doelstelling te ondersteunen. Allereerst was er al energieminister Tommelein (Open VLD) die begin juli in een gesprek met VTM zei dat hij er “persoonlijk voorstander van is om vanaf 2030 alleen nog auto's die op schone energie rijden te verkopen in Vlaanderen”. Tommelein liet afgelopen zondag weten naar aanleiding van het debat in het VRT-programma De Zevende Dag dat hij niet wil verplichten.
Afgelopen week kwamen ook CD&V en Groen op de proppen met eenzelfde ambitie. Bij CD&V was het de jongerenafdeling die het voorstel op de tafel legde. Zij stellen het idee komend weekend voor op het WIJ-congres van de hele partij. Het blijft voorlopig bij een voorstel, maar voorzitter Wouter Beke en milieuminister Joke Schauvliege maakten wel al kenbaar het plan te steunen.
"Een einddatum is een manier om de samenleving af te helpen van haar verslaving aan fossiele brandstoffen"
Ook Groen lanceerde een pakket maatregelen over de manier waarop zij de samenleving gaan afhelpen van haar verslaving aan fossiele brandstoffen. Naast tien andere voorstellen, stond er ook het einde van de verbrandingsmotor tegen 2030 tussen.
Waarom een doelstelling?
Vragen over de technologische haalbaarheid, de hoeveelheid hernieuwbare energie en de klimaatimpact van de wagens steken in het debat de kop op. Wij lijsten daarom nog even de feiten op, aan de hand van drie grafieken.
1. Noorwegen toont haalbaarheid
In Noorwegen is een op de vier aangekochte wagens elektrisch. Op die manier zijn de Noren wereldwijd de voorlopers inzake elektrische wagens. De regeringspartijen in het land onderhandelen om het gebruik van wagens op benzine en diesel uit te doven tegen 2025.
Een dergelijke groei beantwoordt aan de typische evolutie van nieuwe technieken: daarbij wordt de eerste fase van ‘innovators’ gekenmerkt door twijfels over hoge kostprijs, lage verkoopcijfers en vragen bij de mogelijkheden van de technologie. Dat is in het geval van elektrische wagens niet anders.
Een duidelijke doelstelling vanuit de overheid zal de technologische evolutie van elektrische wagens versnellen. Het geeft het nodige vertrouwen aan de autoconstructeurs om te investeren in onderzoek en ontwikkeling van batterij technologieën en elektrische modellen zodat die betaalbaar worden. Ook verlaagt het de koudwatervrees voor consumenten om een onbekende technologie aan te schaffen.
2. 13% meer hernieuwbare elektriciteit
Uit de studie ‘Energy [R]evolution’ van Greenpeace blijkt dat het technisch mogelijk is om in Europa te evolueren naar 100% hernieuwbare elektriciteit. Daar zijn wel een aantal voorwaarden aan gekoppeld: de uitbouw van een flexibel elektriciteitsnet, vraagsturing en opslag capaciteit.
De studie stelt ook dat hernieuwbare energie tot 2020 iets minder dan 0,7 eurocent/kWh duurder zal zijn dan conventionele energiebronnen. Tegen 2050 zal die kost wegvallen en wordt hernieuwbare energie net goedkoper: 4,8 €cent/kWh ten opzichte van conventionele energiebronnen. De initiële stijging komt van de hogere investeringskost, de daling daarna door het ontbreken van brandstofkosten voor hernieuwbare energie.
Volgens het Europees Milieuagentschap betekent 80% elektrificatie van het wagenpark 13% meer vraag naar elektriciteit. Of deze vraag kan worden opgevangen met enkel hernieuwbare energie, is nog niet onderzocht. Desalniettemin raadt het Europees Milieuagentschap (EEA) in zijn rapport aan die groeiende vraag in te vullen met hernieuwbare energiebronnen.
3. Klimaatwinst
De MOBI-onderzoeksgroep van de VUB onderzocht de klimaatimpact van elektrische voertuigen in vergelijking met conventionele voertuigen op fossiele brandstoffen. De onderzoekers vergeleken de klimaatimpact van hetzelfde Mercedes-model met verschillende aandrijftechnologieën.
Het is zonder meer duidelijk dat elektrische wagens wel degelijk een klimaatwinst opleveren. Ten eerste valt de uitstoot van de wagen zelf weg: er is immers geen uitlaat. Dat is het Tank To Wheel (TTW)-gedeelte op de grafiek. Ten tweede kan de milieu-impact nog verder verminderd worden door recyclage van de grondstoffen, kleine en lichte voertuigen te ontwikkelen en verdere uitbouw van hernieuwbare energie om de nodige elektriciteit te voorzien.
Laatst bewerkt: