2
2twins
Gast
In een Ventetiaans massagraf hebben onderzoekers de resten gevonden van een vrouwelijke vampier. De vrouw was begraven met een baksteen tussen haar kaken om te voorkomen dat ze zich tegoed zou doen aan de slachtoffers van de pest. De pest teisterde Venetië in de zestiende eeuw.
Dat vampiers achter de pestuitbraken zaten was een algemeen aanvaard geloof in de Middeleeuwen. Dit is de eerste keer dat het archeologen is gelukt om het ritueel van het exorciseren van een vampier te reconstrueren. Het geeft meer duidelijkheid over de oorsprong van de mythe van de vampier. Het skelet van de vampier is in een massagraf gevonden dat is gegraven tijdens de pestuitbraak in 1576 op Lazzaretto Nuovo, een eilandje in de lagune drie kilometer ten noordoosten van de stad Venetië.
Het eilandje werd, in die tijd, gebruikt als sanatorium voor pestlijders. Door de opeenvolging van pestepidemieën in Europa tussen 1300 en 1700 is het geloof in vampiers versterkt. Vooral doordat men het vergaan van lijken niet begreep. Wanneer men de massagraven heropende trof men er vaak, door gassen, opgezwollen lichamen aan. Het haar groeide nog en er kwam bloed uit hun mond waardoor men dacht dat de lijken nog leefden. De bacteriën in de monden van de overledenen hadden de dodenmaskers, die de gezichten bedekten, aangevreten met als gevolg dat de tanden bloot kwamen te liggen. Vampiers kwamen hierdoor bekend te staan als dodenmaskereters.
Medische en religieuze teksten uit de Middeleeuwen schrijven dat de niet-doden de oorzaak zijn van het verspreiden van de pest. Ze zouden de resten leven uit de lijken zuigen om zo weer sterk genoeg te worden om weer de straat op te gaan. Om deze vampiers te doden moest hun dodenmaskers verwijderd worden, dit was hun voedsel zoals de moedermelk dat voor een kind was. Men moest dan wel iets oneetbaars in de mond worden gestopt. Er zullen mogelijk meer lichamen,en gevonden zijn met een baksteen tussen hun kaken. Volgens de onderzoekers van de Universiteit van Florence, die deze vondst deden, is dit de eerste keer dat het ritueel herkend is.
Dat vampiers achter de pestuitbraken zaten was een algemeen aanvaard geloof in de Middeleeuwen. Dit is de eerste keer dat het archeologen is gelukt om het ritueel van het exorciseren van een vampier te reconstrueren. Het geeft meer duidelijkheid over de oorsprong van de mythe van de vampier. Het skelet van de vampier is in een massagraf gevonden dat is gegraven tijdens de pestuitbraak in 1576 op Lazzaretto Nuovo, een eilandje in de lagune drie kilometer ten noordoosten van de stad Venetië.
Het eilandje werd, in die tijd, gebruikt als sanatorium voor pestlijders. Door de opeenvolging van pestepidemieën in Europa tussen 1300 en 1700 is het geloof in vampiers versterkt. Vooral doordat men het vergaan van lijken niet begreep. Wanneer men de massagraven heropende trof men er vaak, door gassen, opgezwollen lichamen aan. Het haar groeide nog en er kwam bloed uit hun mond waardoor men dacht dat de lijken nog leefden. De bacteriën in de monden van de overledenen hadden de dodenmaskers, die de gezichten bedekten, aangevreten met als gevolg dat de tanden bloot kwamen te liggen. Vampiers kwamen hierdoor bekend te staan als dodenmaskereters.
Medische en religieuze teksten uit de Middeleeuwen schrijven dat de niet-doden de oorzaak zijn van het verspreiden van de pest. Ze zouden de resten leven uit de lijken zuigen om zo weer sterk genoeg te worden om weer de straat op te gaan. Om deze vampiers te doden moest hun dodenmaskers verwijderd worden, dit was hun voedsel zoals de moedermelk dat voor een kind was. Men moest dan wel iets oneetbaars in de mond worden gestopt. Er zullen mogelijk meer lichamen,en gevonden zijn met een baksteen tussen hun kaken. Volgens de onderzoekers van de Universiteit van Florence, die deze vondst deden, is dit de eerste keer dat het ritueel herkend is.