Een man in Amsterdam die al jaren aan glazen oog heeft wil graag weer met beide ogen kunnen zien. Op een gegeven moment leest hij in de Telegraaf een advertentie van een Chinese dokter die adverteert dat hij ogen kan transplanteren. Dat lijkt hem wel wat en hij maakt zo snel mogelijk een afspraak.
"We hebben op dit moment een gebrek aan donor-ogen, dus u komt op de wachtlijst," zegt de Chinees.
"Maar als u zelf een donor kunt vinden kan ik u onmiddellijk helpen," voegt hij er aan toe.
Twee weken later loopt de man door Amsterdam en ziet een man op de brommer frontaal op de tram botsen en de man
blijft morsdood op de grond liggen. De man met het glazen oog denkt nu is mijn kans. Hij rent ernaartoe, frutselt het oog eruit en stopt z‘n glazen oog terug bij de man. Hij gaat zo snel mogelijk naar de Chinese dokter toe, waarop hij succesvol geopereerd wordt.
Aanvankelijk is de man heel blij dat hij z‘n volle gezichtsvermogen weer heeft, maar na een paar dagen krijgt hij vreselijke spijt en hij besluit zich aan te geven bij de politie. Als hij op het politiebureau aan het wachten is hoort hij twee agenten met elkaar praten.
"Ik heb van de week wat meegemaakt dat kan nooit!" zegt de één.
"Wat dan?" vraagt de ander.
"Er botst van de week een man op een brommer tegen een tram op en is op slag dood."
"Nou, dat gebeurt toch elke week?" zegt de ander.
"Ja, maar deze had twee glazen ogen!"
"We hebben op dit moment een gebrek aan donor-ogen, dus u komt op de wachtlijst," zegt de Chinees.
"Maar als u zelf een donor kunt vinden kan ik u onmiddellijk helpen," voegt hij er aan toe.
Twee weken later loopt de man door Amsterdam en ziet een man op de brommer frontaal op de tram botsen en de man
blijft morsdood op de grond liggen. De man met het glazen oog denkt nu is mijn kans. Hij rent ernaartoe, frutselt het oog eruit en stopt z‘n glazen oog terug bij de man. Hij gaat zo snel mogelijk naar de Chinese dokter toe, waarop hij succesvol geopereerd wordt.
Aanvankelijk is de man heel blij dat hij z‘n volle gezichtsvermogen weer heeft, maar na een paar dagen krijgt hij vreselijke spijt en hij besluit zich aan te geven bij de politie. Als hij op het politiebureau aan het wachten is hoort hij twee agenten met elkaar praten.
"Ik heb van de week wat meegemaakt dat kan nooit!" zegt de één.
"Wat dan?" vraagt de ander.
"Er botst van de week een man op een brommer tegen een tram op en is op slag dood."
"Nou, dat gebeurt toch elke week?" zegt de ander.
"Ja, maar deze had twee glazen ogen!"
