Een leraar vroeg in het begin van het schooljaar de namen van
zijn leerlingen op.
"Hoe heet jij, jongen?".
"Neuken, mijnheer."
"Hoe ? ...."
"Chris Neuken, meester."
De meester kreeg al een rode kop met zo'n naam in zijn klas.
"En, heb je nog broers en zusters?"
"Ja, meester. Zeven broers en vijf zussen !"
"Hoe heten zij ?"
“M'n broers: Pol Neuken, Rik Neuken, Jef Neuken, Louis Neuken, Piet Neuken, Bart Neuken en Theo Neuken.
En m'n zusters: Mieke Neuken, Sofie Neuken,Tine Neuken, Christa Neuken, en Magda Neuken.
"Jezus allemachtigs ... En je vader? Hoe heet die dan ?", vroeg de meester.
"Constant Neuken, meester".
zijn leerlingen op.
"Hoe heet jij, jongen?".
"Neuken, mijnheer."
"Hoe ? ...."
"Chris Neuken, meester."
De meester kreeg al een rode kop met zo'n naam in zijn klas.
"En, heb je nog broers en zusters?"
"Ja, meester. Zeven broers en vijf zussen !"
"Hoe heten zij ?"
“M'n broers: Pol Neuken, Rik Neuken, Jef Neuken, Louis Neuken, Piet Neuken, Bart Neuken en Theo Neuken.
En m'n zusters: Mieke Neuken, Sofie Neuken,Tine Neuken, Christa Neuken, en Magda Neuken.
"Jezus allemachtigs ... En je vader? Hoe heet die dan ?", vroeg de meester.
"Constant Neuken, meester".