Bij een van zijn tochten komt koning Albert II in Nieuwpoort aan.
Hij houdt halt bij het standbeeld van wijlen zijn grootvader Albert I, gezeten op zijn paard.
Koning Albert II staart naar het standbeeld en droomt even weg.
Plots hoort hij een stem : 'Berreke, ik heb een nieuw paard nodig.'
Albert II schrikt en denkt dat hij droomt. Maar dan hoort hij de stem opnieuw en nu heel duidelijk : 'Albert, breng mij onmiddellijk een nieuw paard !'
De koning rijdt vliegensvlug naar Brussel en vertelt zijn verhaal aan Yves Leterme . Deze gelooft geen woord van wat koning Albert II zegt en samen rijden ze naar Nieuwpoort.
Als ze bij het standbeeld komen klinkt de stem opnieuw maar nu heel boos : 'Albert, je moet beter leren luisteren, ik vroeg een nieuw paard, geen ezel !'
Hij houdt halt bij het standbeeld van wijlen zijn grootvader Albert I, gezeten op zijn paard.
Koning Albert II staart naar het standbeeld en droomt even weg.
Plots hoort hij een stem : 'Berreke, ik heb een nieuw paard nodig.'
Albert II schrikt en denkt dat hij droomt. Maar dan hoort hij de stem opnieuw en nu heel duidelijk : 'Albert, breng mij onmiddellijk een nieuw paard !'
De koning rijdt vliegensvlug naar Brussel en vertelt zijn verhaal aan Yves Leterme . Deze gelooft geen woord van wat koning Albert II zegt en samen rijden ze naar Nieuwpoort.
Als ze bij het standbeeld komen klinkt de stem opnieuw maar nu heel boos : 'Albert, je moet beter leren luisteren, ik vroeg een nieuw paard, geen ezel !'