Wetenschappers waarschuwen voor een verspreiding van de meeuwenpopulatie over heel Vlaanderen als over enkele jaren een grote broedplaats in Zeebrugge verdwijnt. Dat zegden ze donderdag tijdens een seminarie over meeuwen in het Provinciaal Ankerpunt in Oostende. Op initiatief van het Coördinatiepunt Duurzaam Kustbeheer waren er een honderdtal wetenschappers, politici en verantwoordelijken van gemeenten en overheden aanwezig.
Eric Stienen van het Instituut voor Natuur-en Bosonderzoek schetste de omvang van de meeuwenpopulatie. "Er leven 20.000 overwinterende meeuwen in de strand- en havengebieden en nog eens 30.000 op zee. De meest voorkomende soorten zijn de zilvermeeuw en drieteenmeeuw en bij de broedende paren de zilvermeeuw en kleine mantelmeeuw.
De kust telt nu 6.000 broedende koppels die voor 95 procent in het Zeebrugse havengebied zitten op een oppervlakte van 20 tot 30 hectare. "Maar er dreigt een groot gevaar want over een tweetal jaar gaat de haven dat terrein exploiteren en zullen de broedende meeuwen zich verplaatsen, mogelijk over heel Vlaanderen.
Studies in Nederland en Engeland tonen aan dat 30 procent van de meeuwenpopulatie er in steden leeft. Wij pleiten voor het behoud van enkele gebieden waar de populatie kan onderzocht en gevolgd worden. Het beheer van de kolonies is ook veel gemakkelijker", aldus Eric Stienen.
Op het seminarie kwam ook de aanpak van de meeuwenproblematiek in Oostende aan bod. Daar broeden naar schatting 300 koppels en zette het stadsbestuur roofvogels in om de meeuwen te verdrijven uit een woonwijk.
Frits van der Sluis, stadsbioloog van Leiden (NL), kwam vertellen over de aanpak van meeuwen in zijn stad : "Er zijn bij ons 1.000 koppels broedende meeuwen en ze veroorzaken overlast in de straten omdat ze vuilniszakken stuk pikken. Als ze jongen hebben, maken ze ook veel lawaai. Daarom proberen we dat te voorkomen: een effectieve manier is hun eieren vervangen door nepeieren en hen daarop laten broeden."
Bron:GVA
SIMBA
Eric Stienen van het Instituut voor Natuur-en Bosonderzoek schetste de omvang van de meeuwenpopulatie. "Er leven 20.000 overwinterende meeuwen in de strand- en havengebieden en nog eens 30.000 op zee. De meest voorkomende soorten zijn de zilvermeeuw en drieteenmeeuw en bij de broedende paren de zilvermeeuw en kleine mantelmeeuw.
De kust telt nu 6.000 broedende koppels die voor 95 procent in het Zeebrugse havengebied zitten op een oppervlakte van 20 tot 30 hectare. "Maar er dreigt een groot gevaar want over een tweetal jaar gaat de haven dat terrein exploiteren en zullen de broedende meeuwen zich verplaatsen, mogelijk over heel Vlaanderen.
Studies in Nederland en Engeland tonen aan dat 30 procent van de meeuwenpopulatie er in steden leeft. Wij pleiten voor het behoud van enkele gebieden waar de populatie kan onderzocht en gevolgd worden. Het beheer van de kolonies is ook veel gemakkelijker", aldus Eric Stienen.
Op het seminarie kwam ook de aanpak van de meeuwenproblematiek in Oostende aan bod. Daar broeden naar schatting 300 koppels en zette het stadsbestuur roofvogels in om de meeuwen te verdrijven uit een woonwijk.
Frits van der Sluis, stadsbioloog van Leiden (NL), kwam vertellen over de aanpak van meeuwen in zijn stad : "Er zijn bij ons 1.000 koppels broedende meeuwen en ze veroorzaken overlast in de straten omdat ze vuilniszakken stuk pikken. Als ze jongen hebben, maken ze ook veel lawaai. Daarom proberen we dat te voorkomen: een effectieve manier is hun eieren vervangen door nepeieren en hen daarop laten broeden."
Bron:GVA
SIMBA