Het is crisis, en dus komt automatisch de naam van 'loodgieter' Jean-Luc Dehaene weer naar de oppervlakte. De ex-premier, die ons land leidde van 1992 tot 1999, weigert voorlopig alle commentaar. Eerste minister worden van een overgangsregering zou zijn uitgebreid CV nog indrukwekkender maken. Een overzicht.
Jean-Luc Joseph Marie Dehaene (68) is getrouwd met Célie Verbeke en heeft vier kinderen. In zijn jeugdjaren, die hij in Brugge sleet, was hij actief bij verscheidene jeugdbewegingen. Hij was onder meer verbondscommissaris van het Vlaams Verbond der Katholieke Scouts.
In 1971 begon Dehaene zijn politieke loopbaan. Hij werkte zich gestaag op in de CVP. Eerst ging hij aan de slag op de studiedienst van het ACW en als ondervoorzitter van de CVP-jongeren. Dehaene werd daarna medewerker en later kabinetschef op verschillende ministeriële kabinetten Hij blonk uit in dossierkennis en werd in 1981, op 41-jarige leeftijd, minister van Sociale en Institutionele Zaken.
"Sire, geef mij honderd dagen"
Nadat de regering Martens VI in 1988 viel over de zaak-Happart, vroeg wijlen Koning Boudewijn aan Dehaene om als formateur op te treden. Dehaene antwoordde op dit verzoek met de woorden: "Sire, geef mij honderd dagen".
Dehaene slaagde in zijn opzet en weekte een akkoord los over een verregaande staatshervorming. Dehaene werd evenwel geen premier: Wilfried Martens ging opnieuw met die titel lopen.
Sint-Michielsakkoord
In 1992 was Dehaene dan eindelijk aan zet. De roomsrode regering Dehaene I lag aan de basis van het Sint-Michielsakkoord, dat België tot een volwaardige federale staat maakte. De regering voerde ook een streng begrotingsbeleid waardoor de staatschuld na jaren een halt werd toegeroepen.
Ook in Europa werd Dehaene bekend om zijn leiderskwaliteiten. Door een veto van Brits premier John Mayor werd hij toch geen voorzitter van de Europese Commissie.
Dioxinecrisis
In zijn tweede ambtsperiode kreeg Dehaene het hard te verduren. Terwijl zijn regering er alles aan deed de Maastrichtnorm te halen, kreeg Justitie in de zomer van 1996 een grote klap door het Dutroux-schandaal. Enkele weken voor de parlementsverkiezingen van 1999 brak de dioxinecrisis uit.
Dehaene's bekende uitspraak: "Een probleem moet je pas oplossen als het zich stelt", keerde zich tegen hem. De CVP kreeg rake klappen in de verkiezingen en voor het eerst sinds 1945 waren de christen-democraten niet langer de grootste Belgische partij.
Vilvoorde
Jean-Luc Dehaene nam de verantwoordelijkheid voor de nederlaag op zich en besloot zich terug te trekken. Hij bleef actief als senator, maar trad niet meer op de voorgrond. In 2000 werd hij burgemeester van Vilvoorde en in 2004 werd hij verkozen voor het Europese Parlement.
In juli 2007 verscheen Dehaene terug op het toneel van de nationale politiek. Hij werd door Koning Albert II aangewezen als bemiddelaar voor de moeilijke regeringsvorming onder leiding van Yves Leterme. In oktober dit jaar werd Dehaene, wegens de bankcrisis, voorzitter bij Dexia. Hij weigerde een topsalaris van 400.000 euro, waar hij recht op heeft als crisismanager.
Bron:GVA
SIMBA
Jean-Luc Joseph Marie Dehaene (68) is getrouwd met Célie Verbeke en heeft vier kinderen. In zijn jeugdjaren, die hij in Brugge sleet, was hij actief bij verscheidene jeugdbewegingen. Hij was onder meer verbondscommissaris van het Vlaams Verbond der Katholieke Scouts.
In 1971 begon Dehaene zijn politieke loopbaan. Hij werkte zich gestaag op in de CVP. Eerst ging hij aan de slag op de studiedienst van het ACW en als ondervoorzitter van de CVP-jongeren. Dehaene werd daarna medewerker en later kabinetschef op verschillende ministeriële kabinetten Hij blonk uit in dossierkennis en werd in 1981, op 41-jarige leeftijd, minister van Sociale en Institutionele Zaken.
"Sire, geef mij honderd dagen"
Nadat de regering Martens VI in 1988 viel over de zaak-Happart, vroeg wijlen Koning Boudewijn aan Dehaene om als formateur op te treden. Dehaene antwoordde op dit verzoek met de woorden: "Sire, geef mij honderd dagen".
Dehaene slaagde in zijn opzet en weekte een akkoord los over een verregaande staatshervorming. Dehaene werd evenwel geen premier: Wilfried Martens ging opnieuw met die titel lopen.
Sint-Michielsakkoord
In 1992 was Dehaene dan eindelijk aan zet. De roomsrode regering Dehaene I lag aan de basis van het Sint-Michielsakkoord, dat België tot een volwaardige federale staat maakte. De regering voerde ook een streng begrotingsbeleid waardoor de staatschuld na jaren een halt werd toegeroepen.
Ook in Europa werd Dehaene bekend om zijn leiderskwaliteiten. Door een veto van Brits premier John Mayor werd hij toch geen voorzitter van de Europese Commissie.
Dioxinecrisis
In zijn tweede ambtsperiode kreeg Dehaene het hard te verduren. Terwijl zijn regering er alles aan deed de Maastrichtnorm te halen, kreeg Justitie in de zomer van 1996 een grote klap door het Dutroux-schandaal. Enkele weken voor de parlementsverkiezingen van 1999 brak de dioxinecrisis uit.
Dehaene's bekende uitspraak: "Een probleem moet je pas oplossen als het zich stelt", keerde zich tegen hem. De CVP kreeg rake klappen in de verkiezingen en voor het eerst sinds 1945 waren de christen-democraten niet langer de grootste Belgische partij.
Vilvoorde
Jean-Luc Dehaene nam de verantwoordelijkheid voor de nederlaag op zich en besloot zich terug te trekken. Hij bleef actief als senator, maar trad niet meer op de voorgrond. In 2000 werd hij burgemeester van Vilvoorde en in 2004 werd hij verkozen voor het Europese Parlement.
In juli 2007 verscheen Dehaene terug op het toneel van de nationale politiek. Hij werd door Koning Albert II aangewezen als bemiddelaar voor de moeilijke regeringsvorming onder leiding van Yves Leterme. In oktober dit jaar werd Dehaene, wegens de bankcrisis, voorzitter bij Dexia. Hij weigerde een topsalaris van 400.000 euro, waar hij recht op heeft als crisismanager.
Bron:GVA
SIMBA