“Een onverantwoorde uitstap.” Dat zijn de harde woorden van de reddingswerkers die maandagnacht 38 verdwaalde en verkleumde tieners van de Chiro van Kontich van een Sloveense berg plukten. Sommigen droegen enkel een short en een T-shirt, terwijl het vroor.
Begeleider Jan Marckx is het niet eens met de kritiek. “De toeristische dienst had ons beter moeten inlichten.”
“Volledig gedesoriënteerd, onderkoeld, in paniek.” Zo omschrijft commandant Gian Pietro Zanni van de Guardia di Finanza, een legereenheid die zich normaal bezighoudt met financiële delicten, de toestand van de 38 jongeren die hij maandagnacht hoog in de bergen terugvond. Ze waren gekleed in korte broeken, T-shirts en jurkjes. “Er waren er zelfs op sandalen.”
De jongeren van de Chiro van Kontich Kazerne (KoKa) waren maandag de bergen van het Sloveense Bovec ingetrokken voor een tweedaagse trektocht. “Toen ze vertrokken, was het 18 graden en scheen de zon”, zegt hoofdbegeleider Jan Marckx aan de telefoon.
In de loop van de namiddag liep het fout, toen de groep de weg kwijt raakte. “De leiding had stafkaarten bij, maar rond 18u heb ik in het basiskamp een telefoontje gekregen. Ze lagen achter op schema en vonden het te gevaarlijk om verder te wandelen, want er lag overal sneeuw en de weg was slecht. Ze bevonden zich toen op ongeveer 1.600 meter hoogte.”
Een halfuur later werden de reddingsdiensten gecontacteerd. Zowel Sloveense als Italiaanse reddingsteams begonnen te voet naar de verdwaalde tieners te zoeken. Er konden geen helikopters meer ingezet worden, omdat het al te donker was. Put graven
“Toen de groep te horen kregen dat het nog wel een paar uur zou duren eer er hulp kwam, was er wel even paniek”, zegt Marckx. “De jongens hielden zich sterk, maar er hebben wel een paar meisjes gehuild.”
De temperatuur was ondertussen gezakt tot onder het vriespunt. De jongeren, tussen de 14 en de 22, kregen van de hulpdiensten instructies over hoe ze zich warm moesten houden. “Ze kregen de raad een put te graven en dicht bij elkaar kruipen.”
Lawinealarm
Om 1u ’s nachts werden ze door het 15-koppige Italiaanse team van Zanni, dat hun voetsporen had gevolgd, gevonden. De kinderen kregen meteen dekens, kleren, eten en warme dranken. Volgens de commandant hebben de jongeren enorm veel geluk gehad. Op de plaats waar de groep verdwaalde gold immers lawinealarm.
Uit veiligheidsoverwegingen werd beslist om de kinderen pas bij het ochtendgloren naar beneden te vliegen met een Italiaanse en een Sloveense helikopter. Ze werden opgevangen in een inderhaast opgetrokken noodkamp.
“We hebben bange momenten beleefd maar zijn blij dat het goed afgelopen is”, besluit Jan Marckx. “In de toekomst zullen we ons beter voorbereiden. Nochtans hadden de meeste kinderen wel degelijk aangepaste kledij en schoeisel mee. Dit konden we echter niet voorzien. We hebben vooraf contact gehad met de toeristische dienst over de tocht. Daar hadden ze ons toch ook op het gevaar kunnen wijzen?"
Bron:GVA
SIMBA
Begeleider Jan Marckx is het niet eens met de kritiek. “De toeristische dienst had ons beter moeten inlichten.”
“Volledig gedesoriënteerd, onderkoeld, in paniek.” Zo omschrijft commandant Gian Pietro Zanni van de Guardia di Finanza, een legereenheid die zich normaal bezighoudt met financiële delicten, de toestand van de 38 jongeren die hij maandagnacht hoog in de bergen terugvond. Ze waren gekleed in korte broeken, T-shirts en jurkjes. “Er waren er zelfs op sandalen.”
De jongeren van de Chiro van Kontich Kazerne (KoKa) waren maandag de bergen van het Sloveense Bovec ingetrokken voor een tweedaagse trektocht. “Toen ze vertrokken, was het 18 graden en scheen de zon”, zegt hoofdbegeleider Jan Marckx aan de telefoon.
In de loop van de namiddag liep het fout, toen de groep de weg kwijt raakte. “De leiding had stafkaarten bij, maar rond 18u heb ik in het basiskamp een telefoontje gekregen. Ze lagen achter op schema en vonden het te gevaarlijk om verder te wandelen, want er lag overal sneeuw en de weg was slecht. Ze bevonden zich toen op ongeveer 1.600 meter hoogte.”
Een halfuur later werden de reddingsdiensten gecontacteerd. Zowel Sloveense als Italiaanse reddingsteams begonnen te voet naar de verdwaalde tieners te zoeken. Er konden geen helikopters meer ingezet worden, omdat het al te donker was. Put graven
“Toen de groep te horen kregen dat het nog wel een paar uur zou duren eer er hulp kwam, was er wel even paniek”, zegt Marckx. “De jongens hielden zich sterk, maar er hebben wel een paar meisjes gehuild.”
De temperatuur was ondertussen gezakt tot onder het vriespunt. De jongeren, tussen de 14 en de 22, kregen van de hulpdiensten instructies over hoe ze zich warm moesten houden. “Ze kregen de raad een put te graven en dicht bij elkaar kruipen.”
Lawinealarm
Om 1u ’s nachts werden ze door het 15-koppige Italiaanse team van Zanni, dat hun voetsporen had gevolgd, gevonden. De kinderen kregen meteen dekens, kleren, eten en warme dranken. Volgens de commandant hebben de jongeren enorm veel geluk gehad. Op de plaats waar de groep verdwaalde gold immers lawinealarm.
Uit veiligheidsoverwegingen werd beslist om de kinderen pas bij het ochtendgloren naar beneden te vliegen met een Italiaanse en een Sloveense helikopter. Ze werden opgevangen in een inderhaast opgetrokken noodkamp.
“We hebben bange momenten beleefd maar zijn blij dat het goed afgelopen is”, besluit Jan Marckx. “In de toekomst zullen we ons beter voorbereiden. Nochtans hadden de meeste kinderen wel degelijk aangepaste kledij en schoeisel mee. Dit konden we echter niet voorzien. We hebben vooraf contact gehad met de toeristische dienst over de tocht. Daar hadden ze ons toch ook op het gevaar kunnen wijzen?"
Bron:GVA
SIMBA